Soms voelt het goed om gedeprimeerd te zijn. Als tiener was het een scheur in het tijd-ruimte-continuüm, een zwart gat dat me opslokte. Nu is de duisternis een oude vriend die me inspiratie geeft. We drinken samen thee en praten over het leven. En de dood.
Rien is er niet meer. Vijf jaar geleden overleed hij, maar ik las het pas gisteren. Hij is niet oud geworden, 64 jaar. Hartaanval. Op de krantenfoto’s is hij ouder, grijzer. Maar ik zie nog steeds het vuur in zijn ogen.
Hij was een kennis van mijn vader, want kunstenaars in Hoorn: ons-kent-ons. Hij was ook mijn leraar Nederlands, in de tijd dat Nederlandse boeken mij nog in vervoering konden brengen. Het Pre-Leeslijst-Era.
Hij zat in kleermakerszit op zijn bureau, begon te praten en nam je mee naar een andere wereld. Als hij een verhaal voorlas dan was het alsof ik een film keek. Mijn hart brak toen ik geen les meer van hem kreeg.
Taal was zijn passie, en die deelde hij met anderen. Zijn dood gaf me inspiratie voor Het Leven In Cycli. Wat hij van het verhaal vindt zal ik nooit weten. Maar ik denk dat hij het gebaar een compliment zou vinden.
Jezzen